How to….. een FNRS wedstrijd
Als je lid bent van onze manege en het leuk vindt kun je meedoen met een FNRS wedstrijd. Samen met de instructie ga je kijken in welke klasse je het beste kunt starten. F1, F2, F3 enzovoort. In het FNRS boek ‘paardrijden met plezier’ kan je alle informatie vinden die je nodig hebt. Deze kan je op onze manege kopen. Zodra je lid bent geworden ontvang je het ruiterpaspoort, hierin zullen je punten vermeld gaan worden.
Als je wilt gaan starten en je samen met de instructie hebt besloten in welke klasse je wilt gaan beginnen mag je je gaan inschrijven op de inschrijflijst “de lijst”. Deze hangt op het bord bij de kantine. Je zet vervolgens bij de naam van je voorkeurspony jouw eigen voor en achternaam en de klasse.
Bijvoorbeeld;
Dios
Liza Janmaat F4
Let op! Dit is een voorkeurspony en kan door allerlei omstandigheden, nog op het laatste moment wijzigen. Zorg ervoor dat als je je ingeschreven hebt je op deze dag ook beschikbaar bent. Na een aantal dagen wordt de lijst van het bord gehaald door het wedstrijdsecretariaat. Deze gaat vervolgens de startlijst maken. Een startlijst is een lijst waarop vermeld staat hoe laat je moet starten in de wedstrijdring. Dus niet hoe laat je aanwezig op de manege moet zijn.
Als de startlijst eenmaal gepubliceerd is op onze sociale media kan je je niet meer kosteloos afmelden. Dan dien je het volledige startgeld te betalen. Afmelden kan alleen bij Liza.
Moet je theorie doen?
Ja, er zit soms ook een theorieles bij die je moet behalen voor je aan de wedstrijd gaat beginnen. Dit is bij de A-versie. Proeven bestaan namelijk uit 2 versies. Een A of een B versie. In het boek ‘paardrijden met plezier’ staat aangegeven wat je moet leren voor je theorie per klasse.
In de les ga je je proefje oefenen. Deze proef staat in het proevenboekje. Let hierbij altijd goed op welke versie je op de wedstrijd gaat rijden. Versie A of versie B. De versie staat vermeld op de inschrijflijst. Het is ook handig om thuis de proef nog te oefenen. Schrijf de letters van de bak op een briefje en doorloop zo de proef nog eens.
Wat is een voorlezer?
Je hebt het misschien wel eens horen zeggen ‘wil jij bij mij lezen?”. Een lezer is iemand die tijdens jouw wedstrijd je proef voorleest. Het is handig dat deze persoon een goede duidelijke stem heeft zodat je het goed kunt horen. Maar ook de proef al een beetje kent en de letters van de bak. Een lezer vraag je bij voorkeur een paar dagen voor de wedstrijd. Anders kan je op de dag zelf altijd nog iemand vragen die je eventueel wil voorlezen. Dit is wel je eigen verantwoordelijkheid.
Welke kleding heb je nodig?
Tijdens een wedstrijd draag je een witte rijbroek, witte handschoenen en een wedstrijdjasje. Onder je wedstrijdjasje draag je een witte blouse of shirt met een plastron. Je haar dient vast te zitten. Uiteraard draag je je cap, rijlaarzen en eventueel een bodyprotector.
Voor de paarden heeft de manege witten sjabrakken en dragen zij hun eigen hoofdstel en zadel.
De dag voor de wedstrijd kan je het beste al de spullen klaar leggen. Waar moet je aan denken?
- FNRS ruiterpaspoort
- Startgeld (contant)
- Wedstrijdkleding. Laarzen, cap, zweep etc.
- Je uitgeprinte proef of het proevenboekje. Doe eventueel een papiertje bij de proef die je moet rijden
- Haarclips, speldjes etc voor je eigen haar
- Poetsspullen (elastiekjes voor je paard)
- Eten, drinken en medicijnen als je die gebruikt
Wedstrijddag!
Als je op de startlijst hebt gekeken hoe laat je moet starten mag je 45 min voordat je proef begint aanwezig zijn. Je gaat naar het secretariaat in de kantine. Daar zit Liselotte. Aan Liselotte geef je je startgeld en je paspoort. Vervolgens ga je naar je paard om deze ‘wedstrijd-klaar’ te maken. Dat betekent dat je hem zelf moet invlechten of knotten, zadelen etc.
Wanneer vlechten en wanneer knotten? Paarden met lange manen daar maak je een hengstenvlecht. In de andere gevallen maak je knotjes. Krab de hoeven uit, borstel de vacht en kam de staart uit. Is je paard gereed dan zadel je hem op. Kan je dit niet zelf of heb je ergens vragen over? Kom dan altijd naar Liza, Ellen of Liselotte. Het is niet toegestaan om met een hulpteugel de proef te rijden. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een elastiek. Ook peeskappen zijn niet toegestaan alleen als een paard achter aantikt mag hij daar beenbescherming om.
Ongeveer 15 min voordat je proef start mag je naar de binnenbak om te gaan losrijden. Je gaat naar de ringmeester (Ellen) die helpt je op je paard en kijkt of alles goed vastzit. Zij zal ook in de gaten houden wanneer je naar de buitenbak mag. De ruiter die als eerste moet starten met de proef mag de rijrichting bepalen. We rijden allemaal dezelfde kant op om botsingen te voorkomen. Ouders en andere deelnemers of bezoekers mogen de bak niet betreden of aanwijzingen geven aan de ruiters in de bak. Als je aan de beurt bent ga je samen met je voorlezer naar de buitenbaan. Soms moet je even wachten, dan stap je achter de juryauto totdat de wedstrijdring gereed is. Als de jury het aangeeft mag je starten met de proef.
Ben je klaar met de proef verlaat je in stap de wedstrijdring en kom je weer terug naar de binnenbak. Sommige paarden lopen nog een proef en zal er een andere ruiter je paard overnemen. Ben je de laatste, dan stap je het paard uit breng je het naar de stal terug en zadel je het af. Vergeet ook de knotten er niet uit te halen en het hoofdstel en zadel netjes terug te hangen.
Vervolgens mag je bij Liselotte het protocol halen. Een protocol is zeg maar het rapport van jouw proef. Hierin beoordeelt de jury wat zij vonden van de proef. Vervolgens komt daar onderaan een puntenaantal uit. Je kan bijvoorbeeld een promotiepunt krijgen. Je moet minimaal 210 punten rijden voor 1 promotiepunten. Bij minimaal 3 promotiepunten mag je door naar de volgende klasse.